‘En je wijnschrijfcarrière dan?’ Zo vragen mensen me, sinds ik met Lijf’s uit de kast kom. ‘Je bent net zo lekker bezig!’ voegen ze daar nog lief aan toe. Die carrière gaat zijn gang wel. Het lijkt er zelfs op dat de wijnschrijverij er alleen maar leuker en makkelijker op wordt. Ik ervaar het als nogal verfrissend en verhelderend om met veel meer dan alleen wijn bezig te zijn.
Auteur: lijfs
Nog een managementboek of je lijf?
Even die piramide van Maslow erbij pakken. 1. Fysiologische behoeften? Check. Done that. Been there. 2. Veiligheid? Check. 3. Affectie? Zit ook wel snor. 4. Erkenning? Blijft een raar ding. 5. Zelfontplooiing. Werk ik aan. Maar hoe?
Zelfontplooiing dus
Eens een andere piramide ernaast. De nieuwe van Maslow of bijvoorbeeld deze hiernaast uit de Spiral Dynamicshoek. Essentie van beide modellen? Iets drijft ons steeds verder. Als het een zekerheid is, gaan we op zoek naar het volgende. Het kan altijd beter, mooier, echter, rustiger, sneller, maximalerder.
Iedereen volgt hierin zijn eigen weg. Sommigen geloven het wel en nestelen zich stevig vast in hun comfort zone. De lezer van deze tekst waarschijnlijk niet. Die zoekt. Die wil best iets meer of anders. Ik ook. Ik zoek me suf of beter gezegd ik zoek me blij. Ik lees, luister Stephen Covey, Joost van der Leij, Iyengar, Herman van Veen, Annejet, biografie na biografie.
Au
Gisteravond las ik niet maar deed een schouderoefening om een kwartier later verbijsterd de yogamat om te ruilen voor een warm bad. In mijn schouder bleek verrekte veel pijn te zitten. Pijn die ik steeds ontweek door mijn schouder in een bochtje op te trekken. Dat was geen optie in deze oefening. Het gevolg vond ik vrij schokkend. Ik begon allerlei verdachte zaken in mijn arm te voelen. In zoverre verdacht omdat ik zelden iets voelde in mijn arm. Nu had ik warme handen vol tintelingen, tastzin en ook de sensatie dat mijn arm sliep en een vreemde van me was. Na mijn bad voelde ik ineens wel de narigheid in mijn schouder, zelfs bij simpele handelingen als schrijven en tanden poetsen.
Roofbouw?
Wel slim om daar zo omheen te bewegen! Of toch niet?
In mijn warme bad dacht ik ook nog aan wat Foppe de Haan ooit zei over het herkennen van toptalenten. Die, zei hij, kunnen pieken, zich ontwikkelen én – kunnen herstellen. Groei werkt bij de gratie van rust en herstel, onderstreepte hij.
Ik wil ook zo graag mijn eigen toptalentje worden. Betekent dat, dat herstel hoger op mijn hitlijst hoort. En roofbouw toch maar iets lager? En dat die pijntjes als het ware een bron van info zijn? Lijkt me wel.
En zo nam ik mij voor om vooral te blijven lezen maar ook nog veel yogalessen te volgen.
Wonderer
Dat ik ‘wonderer’ geworden was ‘at Lijf’s’ schreef ik op LinkedIn.
‘Wat is dat dan precies?’ vroegen twee vriendjes per mail. ‘Dat is een wanderer maar niet zo precies’ antwoordde ik. Iemand die zich al zwervend verwondert. Zeg maar.
Later bedacht ik dat ze wellicht het idee hadden dat ik meer aan een functie in de hoek van wonderdokters denk. Nou nee. De maatschappij dat ben jij en die wonderdokter ook. Natuurlijk hoop ik later als ik groot ben ook mensen te helpen meer uit hun lijf te halen maar ik hanteer daarbij graag De menselijke maat.
Dus nu staat er toch maar dat ik ‘Student’ ben ‘at Lijf’s’.
De X van champagne ontrafeld
Dit artikel schreef ik voor www.champagne.nl. Het gaat niet echt over het lijf. Of toch?
In 1998 trouwde ik mijn lief in de Champagne. Niet voor niks daar, want al jaren was champagne voor ons de wijn der wijnen. Dan zou je denken, dat ik anno 2010 de X van champagne wel ontrafeld zou hebben. Nee dus. Maar volgens mij ben ik weer een stapje dichterbij.
De wet van pure potentialiteit
Ik ben niet alleen een buitensporige fan van champagne, ik ben dat ook van Deepak Chopra. Dr. Chopra zegt in mijn oren wijze dingen, bijvoorbeeld in zijn boek De zeven spirituele wetten van succes. De eerste wet daarin luidt De wet van pure potentialiteit. In het kort zegt die wet dat je de meeste kans op succes hebt als je datgene doet wat het dichtst bij je staat. Deze wet zit de laatste tijd weer vol in mijn systeem en dus kom ik hem overal tegen. Gisteren bijvoorbeeld in Herman van Veen’s biografie Voor ik het vergeet. Daarin zegt hij ‘ik was al zanger voor ik zanger werd’.
En volgens mij is juist dit wat champagne zo damn sexy maakt. Dat het er al is, voor het gemaakt wordt. Dat champagne het allerbeste is, wat je hier kunt maken. Dat als je gewoon, nou ja gewoon, luistert naar de bodem, de wind, de temperatuur, het terroir dus, dat je hier uiteindelijk wel champagne moet maken. Ik vind het leuk dat men elders ook bubbelwijnen maakt. Ze zijn soms zelfs hartstikke lekker, maar ze hebben nooit, nimmer die vibes die mooie champagnes hebben. Omdat het potentieel nergens zo groot is?!
Drive
Natuurlijk lukt het het ene champagnehuis veel beter om mee te drijven op die pure potentialiteit dan het andere. Dat begint vast met intuïtie die in het ene huis een grotere rol speelt/mag spelen dan in het andere. Bij die huizen waar een klein geolied team de lijnen mag uitzetten of anders gezegd mag herkennen daar gaat het goed. Lukt het kleine huizen wel altijd? Wel nee, financiële geldzorgen en andere stressoren gooien ook daar roet in het eten en de most. Idealiter volgt elk individu die bij het proces betrokken is ook zijn makkelijkste weg. Wellicht zou je veel liever auto’s maken dan champagne.
Overigens denk ik dat wijsheid, geleerdheid en deskundigheid helpen bij het herkennen van potentie en het vertalen van wat je intuïtief aanvoelt. En ook denk ik niet dat de makkelijkste weg per se makkelijk is. De ware kunst is om er licht mee om te gaan en niet te forceren. Om niet iets uit jezelf of een druif te willen persen wat er niet in zit dus.
Ik verbaas me erover hoe moeilijk ik het zelf vind om op dat spoor te blijven. Opvoeding, cultuur of mijn aard trekken me er liever uit, zo lijkt het. Gek toch dat het zo moeilijk is om zo makkelijk mogelijk te doen.
De dynamiek!
Maar er is meer aan de hand met champagne. Want zelfs de mooiste riesling of pinot noir die ook het gevolg moet zijn van bovenstaande brengt me nooit zo in beroering. Sorry jongens, hoe groot jullie ook zijn, maar die bloody bubbel geeft dynamiek, extra dynamiek. En een ding weet ik als yogi inmiddels zeker: leven is dynamiek, zelfs ontspanning en verstilling zijn dynamisch, altijd.
Begrijp me niet verkeerd, sommige stille wijnen kunnen bol staan van de energie – die je bijvoorbeeld kunt herkennen aan evoluerende geuren. Wijn is per definitie het resultaat van beweging. Alleen al als gevolg van de seizoenen, die bovendien elk jaar weer net anders zijn. Maar ja champagne heeft meer, champagne heeft mousse. En natuurlijk is ook de ene champagne veel sneller uitgeput dan de andere, maar een champagnemaker moet rekening houden met de beweging die er in zijn wijn zit. Hij heeft simpelweg geen keuze – niet
Dit dus samen met die pure potentialiteit maakt champagne zo ontzettend sexy, onweerstaanbaar, groter dan groot, lichter dan licht. En zo is een glas champagne voor mij – een glas vol levenskunst en grote bron van inspiratie.
Proost.
Bhamari of zoemen als een tevreden bij
Tijdens de yogaweek deze zomer zoemde ik voor het eerst. Het waarom van het gezoem was mij onbekend maar allez ik ervaar graag en deed dapper mee. Yogaleraar Gert lichtte het gezoem niet toe, ook later niet en eerlijk gezegd ben ik daar wel blij mee want zo kon ik blanco ervaren.
Zo te zoemen
Nu negen maanden later ben ik een beetje wijzer. De ademhaling heet bhamari (bhramari of bramari) en bhamara betekent zwarte bij. Zo beschrijft Gert de ademhaling in zijn boek Critical Alignment: ‘Til na de beoefening van de ademhalingsoefeningen je hoofd met een inademing op en plaats je nek en hoofd weer boven op je wervelkolom. Adem rustig en diep in, en maak tijdens het uitademen een zacht zoemend geluid dat vanuit je mondholte door je hele lichaam en de ruimte om je heen gaat circuleren. Maak de klank alsof je hele lichaam het geluid produceert en niet alleen de mondholte of de keel.’ Gert adviseert het vijf keer te doen, maar elders las ik dat het ook best twintig keer mag. Vind ik wel fijn, als het niet teveel aan regeltjes gebonden is.
APK
Waarom zou je gaan zitten zoemen als een bij? Ik doe het hierom. Het blijkt – voor mij – een kunst om de zoemtoon mooi te krijgen. Is dat al genoeg reden om het te doen? De oefening om iets mooi te krijgen vormt en vast in de goede richting. Ik vind de zoemtoon mooi als ik ermee kan spelen en wel zo dat het volume constant is en de klank aantrekkelijk. Ik probeer tevreden te zoemen soms bijna een beetje te spinnen als een poes. De ene keer lukt dat prachtig van hoog in mijn neus tot diep in mijn bekken. Aan het bereiken van de ruimte om me heen werk ik nog. Een andere keer zoem ik met horten en stoten klanken van een verzopen automotor of lelijker. Om in de autosfeer te blijven, zo’n zoemsessie is inmiddels onderdeel van mijn periodieke keuring. Het weerspiegelt haarfijn mijn innerlijke toestand.
Waardevol
Andersom doet me een sessie zoemen altijd goed. Juist als ik er in eerste instantie niks van bak en het pas na een keer of vier, vijf weer richting ‘mooi’ gaat. Het is alsof die mooie zoemtoon voor een vriendelijke reset zorgt. Why? Dat wil ik best weten, maar zo zonder die informatie vind ik het al heel waardevol.
Puddingtherapie IV – Sabina kookt smulpudding
Dankzij Sabina blog ik bij WordPress. Zelfs blogt zij over eten en wel zo lekker dat mijn lijf begint te popelen.
Op haar http://sabinakookt.wordpress.com/ staat nu smulpudding, Citroen crème brûlée. Ideaal – zonder korst – voor een rondje puddingtherapie.
Verwacht: een retro-chipolatapudding.
Annejet’s tijdgeest
Gisteravond luisterde ik naar Annejet van der Zijl. Zij sprak hier in Laren over haar boek Bernhard. Annejet vertelde hoe het begrip tijdgeest als een rode draad door haar boeken loopt. Een verhaal in de context van zijn eigen tijd te plaatsen is voor haar De uitdaging. Zo ontstaat bijvoorbeeld een genuanceerder beeld over Bernhard.
En wat heeft dat te doen met het lijf?
Annejet vertelde hoe ze op haar uitdaging en fascinatie stuitte. Zij was 18 in 1980, haar man in 1968. In 1980 werden academici vooral werkeloos en was crisis elke dag het buzzwoord. In 1968 ging het over vrije liefde en relletjes. Tot op de dag van vandaag maakt dat, dat hij anders in het leven staat dan zij.
En dat in het leven staan doe je met je lijf. Toch? Ja het lijkt me wel dat het eerste meer spanning in het lijf heeft opgeleverd dan het tweede.
Tijdgeest maakt je tot wie en wat je bent. Natuurlijk komt er veel meer bij kijken, maar het onderstreept wel mijn idee dat investeren in zelfkennis wijzer is dan het al te stringent volgen van diëten en adviezen per doshatype, bijvoorbeeld.
Je kern?
Bestaat er zoiets als je kern, een goedheid in jezelf waar je naar terug kan grijpen? Geen idee.
Wat ik wel weet, is dat het voor mij werkt om te doen alsof die bestaat. En dan vind ik het even niet zo belangrijk dat hij wetenschappelijk is aangetoond.
Het idee van een mooie kern bestaat al langer. Dichter Willem Kloos schreef al in 1885: Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten. Afgelopen najaar kwam ik hem bijvoorbeeld ook tegen bij Mary de Lanoy. Ik was bij haar proefkonijn voor acht sessies psychosynthese. Zie http://www.psychosynthese.nl en de afbeelding. Ook deze theorie gaat er vanuit dat er zoiets bestaat als een goede, volwassen ik of het echte zelf.
Allerlei ingesleten denkpatronen, in de psychosynthese noemen ze die subpersonen halen je weg uit die kern.
Critical Alignment
In Gert’s yoga is er voor ingesleten patronen ook een hoofdrol weggelegd. Want ook in ons lijf liggen allerlei vaste gewoontes verankerd. Zo zeer zelfs, dat we de vervormingen kunnen zien én aanraken. Zoals daar zijn, de hoge schouders, de holle rug enzovoort.
Zou het zo zijn, dat als het lijf zich hieruit losweekt je veel makkelijker uhm lichter toegang krijgt tot je kern?
Puddingtherapie III – Puddingscan
Mike, het puddingmasker van vorige week is amazing. En zo multifunctioneel.
Aan de ene kant heb je smulpudding, het andere uiterste is oud zoethout. Taaie zoethout met een bittere, wat muffe smaak. Het is nergens voor nodig om die zoethout af te serveren. Ongetwijfeld heeft hij ook zijn goede kanten en blijkt het een bommetje verwrongen emoties, dus plak er nog geen negatief stempel op.
Bij de puddingscan ga je rustig liggen of sturen, en met je aandacht over je gezicht. In hoeverre evenaren je wangen het ideale puddinggevoel. Hangen ze echt af langs je kaken zoals een pudding dat zou doen? En je voorhoofd? In de plooi en meer een gevalletje van oud zoethout? Probeer eens – uit nieuwsgierigheid?! – een alternatief. Inhaleer de geur van jouw ideale smulpudding – met de geur van een latte macchiato of als jij daar relaxter van wordt, van bitterkoekjes, citrus of karamel. En richt in één adem die sensatie op je voorhoofd.
Als je de smaak te pakken hebt, bekijk dan eens je wenkbrauwen en vooral die paar centimeter ertussenin. Druk eens zachtjes op die plek met je wijs- en middelvinger. Anything to do with de ideale o-wat-ben-ik-intens-tevreden-puddingsensatie? Vanuit onze allerbeste intenties en juist omdat we zo ons best doen verandert menig wenkbrauw-dam-wenkbrauw in een strak stuk oud zoethout. Ook nu weer kan het enorm opluchten om daar een wat hoger puddinggehalte te krijgen. Hetzelfde geldt voor alles rondom je ogen.
Zoethout in pudding veranderen dus. Yep. Het inhaleren van geur helpt daar enorm bij. Ook al omdat je zo je adem erbij betrekt. Wat ook helpt is letterlijk je gezicht wat op te laten bollen. Dat is het makkelijkst bij je wangen natuurlijk. Je blaast ze een beetje rond, laat de lucht weer gaan maar trekt je wangen niet strak terug. Die lucht kun je ook rond laten gaan aan de buitenkant van je tanden en kiezen in je onderkaak. Laat de huid daar maar drillen als een pudding. Waarschijnlijk voel je dat er best een beetje minder spanning mogelijk is. Vanuit dat gevoel kun je opnieuw de zones rond wenkbrauwen en ogen te grazen nemen.
Een puddinglook of puddingface ziet er onverwacht mild en prettig uit. De eerste keer dat je jezelf in een puddingmode/puddingpose in de spiegel bekijkt is soms even schrikken. Ineens zie je hoe moe je werkelijk blijkt te zijn. Maar, maar, maar hou vol. Wedden dat er snel een moment volgt dat er onverwacht vitaliteit en kerngezondheid terug kijkt?!
Maar Mike, wat is er nou zo multifunctioneel aan de pudding
De scan kun je los laten op elk deeltje van je lijf. En ook zo fijn aan de pudding is, is dat het jouw pudding is. Heb je behoefte aan lichtheid in je leven, dan is jouw pudding dus luchtig en heeft citrustonen. Bijvoorbeeld.
Ontdek-je-plekje
Waarom yoga? Waarom Critical Alignment Yoga? Omdat het zo lekker is om je eigen lijf te herontdekken. Onder meer.
Deze zomer tijdens de yogaweek in Frankrijk vroeg yogaleraar Gert ons, onze schouderbladen los te laten hangen. Schouderbladen, schouderbladen? Ja waar die volgens de wetenschap in een menselijk lichaam zitten dat wist ik wel, maar dat is iets anders dan ze daadwerkelijk voelen. En laat ze dan maar eens los. Inmiddels een half jaar verder heb ik ze terug, voel er spanning in opkomen en kan die meestal weer kwijt.
Na mijn schouderbladen volgden:
- dat stuk tussen mijn schouderbladen links en rechts van mijn ruggenwervel
- de onderkant van mijn nek aan de achterzijde
- een lagere basis in mijn rug van waaruit ik mijn hoofd voel bewegen
- mijn atlas die beurs werd en daarna een beetje losser, opener, lichter
- mijn hartstreek die uit zijn harnas ontsnapt lijkt
- de handgreep uit mijn nek die zich terug trekt
- plekjes her en der in mijn heupen
- uhm mijn oksels
Laagje-voor-laagje
Het begin van een nieuwe ronde ontdek-je-plekje kondigt zich vaak maar lang niet altijd aan met zo’n beurs gevoel. Soms is een gebied gewoon ineens vrij en realiseer je je bijvoorbeeld ‘verhip inderdaad draag ik het gewicht van mijn hoofd laag in mijn bovenrug’. De eerste klap is een daalder waard of het blijkt slechts een topje van een ijsberg, meestal zitten er onder de eerste dikke laag nog heel wat te halen. Mensen die onbekend zijn met yoga denken dat je daaraan alleen plezier beleeft als je lenig en fit lijf hebt. Niets is minder waar. Juist beginners krijgen veel eer van hun werk. Maar pas op, een yogaholic ben je zomaar.
Het smaakt altijd naar meer
Yoga is een raar ding. Het is alsof je steeds een nieuwe worst wordt voorgehouden. Even krijg je een sneak preview van hoe het voelt om een soepelere onderrug te hebben. Maar als de gewenste aandacht en verzorging voor die onderrug niet volgt, dan voel je ineens wat je jezelf aandoet en wordt het daar juist beurs en houterig. Je gaat twee stapjes naar voren en dan weer een terug. Dat klinkt gemeen maar zo voelt het niet. Je kunt kiezen …, nog wat langer negeren en je voelt gewoon geen onderrug meer of vrolijk verder met ontdek-je-plekje.
Waar zitten mijn heupen?
Vaste prik hierbij is om op je kop op een hoofdstandbankje te staan. En dan je lijf te voelen, althans dat is het idee. Vooralsnog heb ik ondersteboven geen idee waar ik mijn heupen kan vinden. En daar krijg ik dus goede yoga- en leeflust van. Je zal het maar hebben.