Wat betekenen ze; die bubbels in het logo? Staat het voor samen dronken worden? Niet echt. Of toch? Och ze betekenen zoveel. De bubbeltjes komen uit dit grotere beeld. Samengevat staan ze voor, dat wat er in de ontmoeting van hart naar hart mogelijk is, met de glazen als vorm voor jouw en mijn bestaan, die naar elkaar toe hellen, samen op welzijn klinken, letterlijk, figuurlijk, dwars door alles heen.

Daarmee staat het precies voor, dat wat me zo aantrekt in het leven en dat waar mijn werk uit voorkomt. Met vreugde geef ik hier een uitgebreide toelichting, bij elke item van het beeld en waar het, voor mij, voor staat.
De glazen
De twee glazen staan voor de vorm waarin we blijkbaar verschijnen en mens zijn. Fysiek, mentaal, emotioneel, relationeel en spiritueel. Dat waar we ons steeds opnieuw een beeld van vormen en een indruk van krijgen. En dan, dan schuift dat beeld of die indruk ervoor, voor wie we werkelijk zijn. Beelden, indrukken, ideeën, concepten; ze vertroebelen zo sterk, dat het het pijn doet en schuurt en schaaft, als gebroken glas. We breken de realiteit ermee in twee en sensen zo niet meer vrij. Deze glazen zijn heel, met afgeronde randjes én zijn transparant.
Tegelijk is de fysieke laag van onze vorm, stevig en aanraakbaar. Net als glas. Dit maakt directe aanraking van de levendigheid van een ander wezen en ook onszelf mogelijk.
De ‘gelijkwaardigheid’ van beide glazen raakt ook iets fundamenteels voor me. Wat mij zo aantrekt in het 1-op-1 werken, is als er empowerment van jouw eigen transformatie ontstaat. Daarvoor is de meeste potentie als beiden in de rol van ‘practioner’ komen. De ‘proost, op jou’ voor de cliënt leidt dan samen met de realiteit. Dan wordt een samen zijn en dansen van ongekende kwaliteit mogelijk. Waarmee ik het werken vanuit ‘power-up’ niet veroordeel. Het maakt, dat levensreddende operaties mogelijk zijn. Het is alleen niet, waar mijn hart zo van opleeft.
De vloeibare inhoud, steeds veranderlijk en stromend, pantarei, pantarei, staat voor het levende van de ander, hier omvat dus in een glasheldere vorm.

Champagne …
Ik ben specifiek dol op het beeld van klinkende champagneglazen. Fijn dat die er ook als emoticon is. Het heeft vast met mijn grote voorliefde en ook ontzag voor champagne te maken. Ik schreef er ooit een boek over. Laat ik er hier dit over zeggen. Goede champagne brengt me in diepe vervoering. Voorbij wat ik kan vatten, vermoed ik dat het begint met die volstrekt unieke bodem vol zee-afzettingen waar de druiven op groeiden. En hoe dat in champagne proefbaar en aanraakbaar wordt. Tot leven komt zelfs; stroomt. Ja maar hoe dan? Luisteren naar natuur inclusief grond/aarde, woeste omstandigheden, vertrouwen, geduld hebben – en smaak hebben, houden van lekker en schoonheid.
Deel van de levendigheid is ook de dynamiek, dankzij het volle en langdurige, levendige gistcontact tijdens de bereiding. Het geeft de mousse en ook dat, je-weet-wel wat vers gebakken brood ook kan hebben. Dan is er die heldere strakheid van goede champagne als gevolg van klimaat en druiven.
Het toffe is, dat dit alles alleen werkelijk proefbaar, beleefbaar wordt, als je je terugtrekt; niets verwacht, niets of anders toch zo min mogelijk inkleurt. Dat is vooral zo specifiek voor pinot noir. Een van de grote druiven in champagne, die vraagt om je overgave.
Mmm en dan heb ik nog te benoemen, hoe de wijnen in de champagne al wilden bruisen. Flessen lieten ontploffen. De wijnmakers poogden om de bruis te temmen en ontdekten zo, per ongeluk, hoe ze de bruis juist konden ondersteunen. Dat dus.
De kanteling, uit het lood, naar elkaar toe
De lef, het vertrouwen om uit het lood te gaan, naar de ander toe te hellen en zo te durven raken.
Het klinken, de aanraking
En natuurlijk het klinken. Graag met geluid. Dat klinken heeft een puntige zin in ontmoeting en raking. Tegelijk heeft het iets kwetsbaars, omdat je met champagneglazen zacht, charmant klinkt. Champagne wil je echt niet morsen.
Die aanraking is ook die ’touch of flow’. Die streling, die levende aanraking, dat innige contact met zijn. Dat waarvoor het lijf direct grond heeft. Toetssteen, klankbord van is, ‘real-time’ en ‘spot on’. Met excuses voor mijn knieval naar al die Engelse woorden.
Het proosten, de namasté
Samen proosten op leven, liefde, zijn, het moment, elkaar, inclusief alles. Met oogcontact. Het uitspreken van de proost en de letterlijke betekenis van het woord proost. Het komt van pro-sit: ‘op je welzijn’, ‘dat het je goed mag gaan’. In lijn met ‘bless you’. Beter wordt het niet. Voor mij is het specifiek de ‘dat het licht in je hart en ogen en buik en alles mag stralen!’. Niet anders dan de namasté, waarbij je elkaar het licht in de ogen gunt, geeft, raakt, reikt, voelt. De ‘I love your flow’. Het is geen doen en ook geen niet-doen.
De bruis
Vreugdevolle gedrevenheid, die duiding hoorde ik vandaag. Precies die. De bubbeltjes staan dan voor dat wat vrij komt als twee mensen elkaar ontmoeten, met die stralende, bruisende, vrije spirits (zielen, essenties, wezenlijkheden) die samen onnavolgbaar vol vreugde verder spiritten. The heart felt connection. Het is zo voelbaar en zichtbaar ook trouwens. Ik zie het, adem erin en uit. Altijd al. Of iemand overwegend uithangt in zijn hart of niet.
Die kwaliteit van samen zijn met die heldere specifieke kwaliteit. Ja zijns-kwaliteit en daaraan voorbij, namelijk samen-zijn kwaliteit. Voor mij voelt die als een dans van mijn hart met het hart van een ieder. Extreem uniek en extreem universeel. Het heeft dat tentatieve, waarbij er een uitreiken en een streling in een is. En dat hart beperkt zich lang niet tot het fysieke hart. Het hart dat ik bedoel, is voelbaar tot in de puntjes van je tenen en tot hoog boven je kruin. Spiritueel? Menselijk! Als we actief liefde durven te vertrouwen en er nog dieper naar durven luisteren dan we ooit deden. Durven laten zijn, vers van de pers.
Is het mogelijk om nog dieper naar binnen te keren, voorbij dit persoonlijke hart. Wat ik herken is, dat dit niet een afstand nemen, maar een brengen hoe dit leeft en raakt en reikt en streelt. Ontstaat juist daar In Lakesh; ik ben een andere jij?
Unless I’m thirsty
Er is die dorst. Om met Lily Bollinger, ooit directeur van champagnehuis Bollinger, te spreken: “I drink champagne when I’m happy and when I’m sad. Sometimes I drink it when I’m alone. When I have company I consider it obligatory. I trifle with it if I’m not hungry and drink it when I am. Otherwise, I never touch it – unless I’m thirsty.”
Waarbij niet het vele goed is, maar het goede veel.
Het beeld staat tenslotte voor de jarenlange liefdevolle exploratie met Kina, van de bruis.