Ik hoor vaak beweren dat angst de grote reden is om dingen niet doen. Bijvoorbeeld, ik zeg maar wat, een moeilijke yogahouding, maar ook het uit de comfort zone stappen. Onbekende dingen ondernemen dus.
Of machteloos?
Ik ben er niet zo zeker van dat angst hier de grote boosdoener is. Onlangs observeerde ik mijn kleine meisje van zestien maanden. Ze oefent zichzelf in staan. Ik zag hoe ze zich aan een kastje omhoog werkte en dapper met haar handjes aan een handvat, een tijd bleef staan. Na enige tijd begon ze te piepen. Ik geloof in het model dat je kinderen vaak het beste helpt door niet te helpen. Vast ook vanuit mijn luiheid. In ieder geval besloot ik haar nog maar even te laten staan. Vanuit een ooghoek zag ik haar frustratie groeien en hoorde het piepen overgaan naar huilen. Ze had duidelijk geen idee hoe ze uit haar nieuw verworven houding moest komen. Terwijl ik haar dan toch maar terug op haar billen hielp, herinnerde ik me dat ik dit ook bij de oudste gezien had. En toen viel het kwartje. Dit had met angst niks te maken, maar met machteloosheid. Ineens snapte ik ook mijn eigen ‘black-outs’ in complexere yogahoudingen.
Waarom is dit interessant?
Zowel angst als machteloosheid levert een negatief gevoel op en daar willen we vanaf. Niets menselijks is ons vreemd. Maar hoe kom je ervan af? Angst wordt al snel iets waar je je overheen moet zetten. Je moet maar leren vertrouwen en visualiseren dat het goed komt. Als je machteloos bent, dan heb je iets niet, namelijk macht en ligt de remedie dus voor de hand. Je wil namelijk iets bij machte worden en bijvoorbeeld je vaardigheden verbeteren. Het zijn nuanceverschillen, maar wat mij betreft wel fundamentele. Vooral omdat de tweede tot constructievere oplossingen leidt – op een breder vlak en op langere termijn. Driewerf hoera dus.
Voorbeeldje graag
Ik sta op mijn kop op een hoofdstandbankje. Zie plaatje elders. De opdracht is om door te bewegen naar een boogje, met het hoofd nog steeds op het bankje maar de voeten achter het hoofd op de grond. Tijdens de beweging kom ik onbekende, oncontroleerbare stukken tegen. Me er gewoon een paar keer doorheen werpen – want de leraar belooft me dat ik niet in stukken op de grond zal eindigen, doet wonderen en vergroot ook mijn vertrouwen. Het levert echter ook best een gevoel van los zand op. Vaak herhalen is dan een optie. Liever probeer ik om in andere houdingen mijn fijne motoriek en coördinatie in die onbekende stukken te bemachtigen. Zo nu en dan waag ik een nieuwe poging en meet mijn vorderingen. En jaaa dat levert het vertrouwde vrije, sterke, soepele gevoel op dat yoga zo verslavend maakt.
Zo lijf – zo geest
Het zou me niet verbazen als diezelfde blokkering optreedt in sociale situaties. Soms vanuit angst, vaker vanuit onwetendheid, machteloosheid. Als ik me te lang opsluit als ik een boek aan het schrijven ben, dan voel ik me daarna een tikkie contactgestoord. Ik moet letterlijk mijn sociale vaardigheden weer slijpen.
Wat me ook aannemelijk lijkt, is dat een verkeerde houding tot frustratie en depressieve gevoelens kan leiden. Simpelweg omdat je lichaam een beetje vreemd voor je wordt. Dat is niet per se ernstig, wel frustrerend. Zonde toch? Tot ziens op de yogamat dus?