Ans Krietemeijer van yogacentrum Ananda vroeg naar mijn reactie op onderstaand artikel over het negatieve effect van yoga op hypermobiliteit. Zie hier: https://yogainternational.com/article/view/joint-hypermobility-syndrome-yogas-enigmatic-epidemic
Goede yoga heeft dit effect niet, in tegendeel het stimuleert de stabiliteit. Dat zit zo.
Yoga is dé manier om zicht te krijgen op strijd in het lichaam; de strijd die het gevolg is van allerlei vormen van spanning. Deze strijd zorgt voor blokkades en stagnatie van grove en subtiele bewegingen – en doet dus energie verloren gaan.
Deze stagnatie (denk hierbij bv aan doorbloeding) leidt vrij snel tot stugheid van weefsel. Overigens is goed aangetoond dat statische houdingen (o.a. achter beeldschermen) die langer dan twintig minuten duren hetzelfde effect hebben.
Het stugge weefsel zorgt dat toegang tot dieper liggend weefsel verdwijnt en leidt tot ‘dis-use’/ onbruik. Hierdoor verkorten structuren, zoals spieren, ligamenten (banden) en kapsel, inclusief bijbehorende circulatiekanalen van bloed-, lymfe- én zenuwstelsel. In goede yoga leer je deze strijd te herkennen en van daaruit ga je vervolgens de verkorting ’te lijf’. Mild.
Dit is een heel andere benadering dan alle weefsel in je lichaam maar te willen verlengen. Op korte termijn zou die verlenging een sensatie van ruimte kunnen geven, als je echt voelt, voel je echter ook fragmentatie die het gevolg is van instabiliteit. Rondom elk gewricht in het lichaam ligt weefsel dat zorgt voor actieve stabiliteit (de houdingspieren) en passieve stabiliteit (met name ligamenten en kapsel). Goede yoga stimuleert het vermogen en uithoudingsvermogen van je houdingspieren. Hiervoor moet je ondermeer het verschil kunnen voelen tussen deze opbouw van kracht en de opbouw van spanning. Zoals eerder gezegd remt de tweede circulatie. De eerste doet dat niet. Overigens kan gebrek aan kracht ook spanning veroorzaken.
Als je het hebt over circulatie, dan heb je het in de eerste plaats over de ademhaling. Je ademhaling vertelt je echt zoveel. Zo is het voor een cay-docent heel vreemd als iemand ingestort in een vooroverbuiging zit of opgeblazen in een heldhouding staat. Dat beperkt de ademhaling. Een cay-docent schrikt ook als leerlingen (juist die met hypermobiliteit) in de neerwaartse hondhouding doorhangen in hun schouders. Ze raken zo niet alleen de steun van schouderbladen kwijt voor ruimte in hart- en ademstreek, je ontneemt ze ook de kans om de verbinding tussen armen en rug stabieler te maken. Dat is nogal verwonderlijk, want ontspanning en circulatie gedijt alleen bij de gratie van (dynamische) stabiliteit … en dus hoort dit de volle aandacht van elke yogadocent te krijgen.